• Voorwoord van Ad van Liempt Leven met '40-'45

Voorwoord van Ad van Liempt Leven met '40-'45

De verhalen blijven

Achtenzestig jaar is de oorlog nu voorbij, en nog hebben we alle verhalen niet gehoord. Sterker, het lijkt wel of er steeds meer verhalen boven komen. Dit boek is er het voorbeeld van: oudere Nederlanders, die jong waren tijdens de bezetting, hebben hun scherpste herinneringen opgeschreven.

Samen geven ze ons een authentiek inkijkje in die bijzondere periode.

Het is opvallend dat er steeds meer verhalen komen over het dagelijkse leven tijdens de oorlog. Dat is heel lang niet erg aan bod gekomen. De grote verhalen van geweld, terreur, deportatie, arrestaties en represailles gingen voor. Dat zijn de grote verhalen die ervoor gezorgd hebben dat de Tweede Wereldoorlog als een molensteen midden in de geschiedenis van de twintigste eeuw is komen te liggen. Maar de laatste decennia is er ook ruimte gekomen voor het verhaal van alle dag, en vooral voor het verhaal van de gewone mensen. Het beeld van de geschiedenis wordt niet langer uitsluitend bepaald door de lotgevallen van de hooggeplaatsten, van de mensen op de verantwoordelijke posten – nee, langzamerhand wordt duidelijk dat het leven van gewone mensen ons mateloos boeit, en ons verrassend veel informatie geeft over hoe het destijds écht gegaan is.

Wat uit die verhalen vooral duidelijk wordt is de diversiteit, de veelkleurigheid van het dagelijkse leven tijdens de bezetting. Op de eerste plaats maakte het heel veel uit waar je woonde. Er waren afgelegen gebieden op het platteland waar je nooit of bijna nooit een Duitser zag, en waar het gewone leven vrijwel ongestoord doorging. Maar er waren ook wijken, vooral in de steden, waar de bezetter zichtbaar, voelbaar aanwezig was, en waar iedereen de oorlog dagelijks aan den lijve meemaakte. Er is een dagboek bekend van een man uit het Gooi die elke dag naar zijn werk in Amsterdam reisde. Hij schreef dat hij ’s ochtends van de vrede naar de oorlog ging, en ’s avonds weer terug naar de vrede.

Het maakt bovendien heel veel uit over welke fase van de oorlog je het hebt. De eerste anderhalf jaar veranderde er voor de meeste Nederlanders opvallend weinig. Het leven ging door, de bezetter deed zich vaak vriendelijk voor, wilde Nederland bij voorkeur goedschiks invoegen in het Groot-Germaanse rijk. Daar kwam nog bij dat het economisch die eerste periode eigenlijk heel goed ging: de werkloosheid daalde scherp en de economische groei was bovengemiddeld. Dat was weliswaar grotendeels te danken aan de economische impuls die uitging van de bestedingen van de Duitse Weermacht bij het Nederlands bedrijfsleven, maar de resultaten waren er niet minder om.

Het waren vooral de leden van de joodse bevolkingsgroep die al vrijwel vanaf het begin in een steeds moeilijker positie kwamen: ze werden geïsoleerd, financieel uitgekleed en uiteindelijk ook op meedogenloze wijze verdreven. Voor de meeste andere Nederlanders kwam de oorlog pas vanaf midden 1943 dichterbij. In het laatste oorlogsjaar zelfs onontkoombaar dichtbij: toen werd Nederland frontstaat, toen joeg de bezetter op alle beschikbare arbeidskrachten en toen werd de strijd tussen het verzet en het Duitse onderdrukkingsapparaat steeds grimmiger en bloediger. Voor de steden in het westen brak toen de moeilijkste periode aan: de hongerwinter, een traumatische ervaring voor honderdduizenden, met een fatale afloop voor wel 20.000 Nederlanders.

Toch bleef het doel van het overgrote deel van de bevolking al die tijd ongewijzigd: proberen ongeschonden het einde te halen, proberen te overleven. En dus was de aandacht voor het grootste deel gevestigd op de dagelijkse dingen: hoe kom je aan eten, hoe kom je aan warmte, hoe loods je je gezin door de donkere tijden, kortom: hoe overleef je?

In dit boek staan de verhalen van die overlevingsstrijd opgeschreven, zoals de kinderen van toen zich die nu herinneren. Soms ontroerend, soms aandoenlijk, soms ook schokkend. Het zijn de verhalen die samen het beeld schetsen van de meest impactvolle periode uit onze recente geschiedenis. De oorlog is weg, ver weg, maar de verhalen zullen altijd blijven.